N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Asielbeleid Wegens een chronisch tekort aan opvangplekken wil de regering gezinnen voorrang geven. Er is echter geen wettelijke basis voor dat besluit.
Wat België wil, zegt Shila Hadji Heydari Anaraki, „mag helemaal niet”. Anaraki, een Duitse antropoloog van de Katholieke Universiteit Leuven, is er duidelijk over: er is geen enkele wettelijke basis voor het besluit van staatssecretaris Nicole de Moor (Asiel en Migratie, CD&V) om voorlopig geen opvangplekken meer te bieden aan mannelijke asielzoekers. De opvangcentra zitten zo vol dat gezinnen voorrang krijgen.
Volgens de Belgische Opvangwet, uit 2007, hebben asielzoekers recht op „onderdak, eten, kledij, medische, sociale en psychologische begeleiding, een dagelijkse uitkering en toegang tot juridische bijstand en tot diensten zoals tolken en opleidingen”. In feite overtreedt de overheid die wet dus al bij élke asielzoeker die buiten moet slapen. „Laat staan dat de wet voorziet in een onderscheid tussen verschillende categorieën mensen”, zegt Anaraki, die onderzoek doet naar opvangcentra voor nieuwkomers in België en Nederland.
Maar ook al mag het niet, België doet het toch. Het besluit van De Moor, zegt Anaraki, is een voortzetting van de praktijk die al twee jaar in de Brusselse straten zichtbaar is. Geregeld slapen er tientallen mensen buiten de poort van het Klein Kasteeltje, het ‘Belgische Ter Apel’. „En die mensen zijn ook bijna altijd mannen.” De Moor zei dinsdagavond in het VRT NWS journaal dat ze „absoluut [wil] vermijden dat kinderen op straat terechtkomen”.
De Moor heeft al achtduizend rechtszaken verloren over de gebrekkige asielopvang onder haar verantwoordelijkheid. De opgelegde boetes weigert ze categorisch te betalen. En er is niemand die de Belgische staat kan dwingen om rechterlijke uitspraken op te volgen. Wel klopte er een deurwaarder bij het kantoor van De Moor aan. Er werd wat meubilair weggehaald, dat deels door activisten aan de asielzoekers op straat gedoneerd werd.
Niet in een vacuüm
Het besluit om mannen geen opvangplekken meer aan te bieden, is niet in een vacuüm genomen: België ondervindt de gevolgen van Europese migratiepatronen. Doordat er in de zomer relatief veel migranten de Middellandse Zee oversteken, is augustus een maand waarin veel asielzoekers naar België komen. Net als Nederland en Oostenrijk heeft België aanhoudend te weinig opvangplekken voor asielzoekers.
Om die reden heeft bijvoorbeeld demissionair premier Mark Rutte zich ingespannen voor de Tunesië-deal, met als doel om de migrantenaantallen te beperken en de druk op de opvangcentra te verlichten. Maar sinds die deal op 16 juli gesloten werd nam het aantal bootmigranten van Tunesië naar Italië sterk toe. In zes weken wisten bijna dertigduizend migranten Italië te bereiken.
Volgens Anaraki is het gebrek aan opvangplekken een politieke keuze. „Belgische gemeenten bouwen de opvangcapaciteit vaak af zodra er even een dip in het aantal asielzoekers zit. Ik noem dat jojopolitiek. Toen er zo veel Oekraïners naar België kwamen, hoefde niemand van hen op straat te slapen. Het kan dus wel.”
Het komt sommige politici ook goed uit, die beelden van volle opvangcentra en wachtende mannen, aldus de antropoloog. „Het is een krachtig signaal, bijvoorbeeld in de onderhandelingen over een nieuw solidair Europees migratiebeleid: wij zitten al vol, bij ons kan er niemand meer bij.”
De Moor staat flink onder druk van partijen als het Vlaams Belang om het aantal migranten te verminderen. En de asielzoekers die er al zijn mogen het niet te breed hebben. Het gevolg, zegt Anaraki, is dat die mensen „het precariaat in geduwd” worden. „En dan krijg je verhalen over overlast, en over asielzoekers die nutteloos zijn voor de staat. Ze worden niet fatsoenlijk opgevangen, laat staan dat ze mogen werken en in hun eigen onderhoud voorzien.”
Dublin-richtlijnen
De opvangcrisis in België hoeft niet direct gevolgen voor Nederland te hebben, zegt Giselle Schellekens, programmamanager migratie en asiel bij onderzoeksorganisatie TNO. „Ze hebben immers al ergens anders asiel aangevraagd, dus Nederland zou hen conform de Dublin-richtlijnen niet kunnen accepteren als asielzoeker.”
Wel is er het voorbeeld van een asielzoeker in België die naar Nederland kwam en zijn verplichte terugkeer naar België aanvocht. Hij kreeg gelijk van de rechter: Nederland mocht hem niet terugsturen naar een land waar asielopvang zo slecht geregeld is. België schaarde zich hiermee in een rijtje met landen als Hongarije en Griekenland. Beschamend, aldus Anaraki: „Voorheen keken wij naar die landen en zeiden we: dat zou hier nooit kunnen.”
En de mannen die wel in België op straat slapen? Zij zullen toch opgevangen moeten worden, zegt Schellekens. „De verantwoordelijkheid daarvoor komt bij particuliere stichtingen te liggen. Het is steeds alleen maar een oplossing voor de korte termijn.”
Derdelanders moeten weg pagina 8-9